Silurus glanis Linnaeus, 1758 Europese meerval
Kenmerken | De meerval heeft 3 paar baarddraden, 2 paar baarddraden onder de bek, 2 lange draden boven de mondhoeken. Het rugvinnetje is klein en de anaalvin is zeer lang. |
---|---|
Kleur | De bovenzijde is donker, de flanken gemarmerd en de onderzijde is licht gekleurd. |
Voorkomen | Grote stilstaande wateren en langzaam stromende rivieren. |
Voedsel | Jonge dieren eten ongewervelden, oudere dieren vis en verder alles wat in de bek past. |
Voortplanting | Geslachtelijk. Meervallen paaien in mei/juni bij een watertemperatuur boven de 18°C. De eitjes worden in ondiep plantenrijk water afgezet. De eitjes zijn lichtgroen en worden door het mannetje bewaakt. Na ongeveer een week komen ze uit. |
Grootte | Tot 4 meter maar in Nederland meestal niet groter dan 2 meter. |
Meervallen worden de laatste jaren steeds vaker waargenomen vermoedelijk door de verbeterde waterkwaliteit. Ze jagen in de nacht en overdag houden ze zich graag op onder obstakels, ze houden niet van fel licht.